Genealogie van Hassel

Direct naar de STAMREEKS van HASSEL

Direct naar de KWARTIERSTAAT

Direct naar Stamvader generatie 0

Direct naar Stamvader generatie 1

Vóór de 16e eeuw waren familienamen nog niet algemeen in gebruik. Onze familienaam is meestal ontstaan als een aanduiding voor personen die afkomstig waren van een bepaalde streek, in ons geval, een plaats waar veel hazelaren groeiden: een hassel of hasselt. Deze personen werden aldus dikwijls als 'van den hassel', 'van der hasselt', 'van Hassel' of 'van Asselt' genoemd. Soms werd het voorzetsel 'van der' afgekort tot 'ver'. Ook namen als 'man van Assel' of 'Hasselman' en varianten, komen daaruit voort.

De naam van Hassel is, evenals de varianten, afgeleid van de HAZELAAR. De gedachte dat de naam afgeleidt zou zijn van plaatsnamen als Hasselt in België of Nederland is dus onjuist.

Onze stam van HASSEL heeft zijn wortels in de buurt van Waspik.
Adriaen (Adriaen) van HASSEL, geboren omstreeks 1515, is de oudst bekende stamvader.
Waar hij geboren is, is niet bekend. Zijn vier zonen, geboren tussen 1545 en 1552, worden wel vermeld in actes.

Rond 1480 vinden er vermeldingen plaats van de naam Van Hassel(t) in Heusden, niet ver van Waspik. b.v. Henrick van Hassel, was in 1490 schepen te Heusden.

In Loon op Zand komen rond 1700 ook schippers voor met de naam van Hassel, o.a. nog te zien in de plaatselijke kerk.

In Belgie wordt Hof ter Asselt genoemd in 1211. Ik ken nog geen relatie tussen de Waspikse tak en een Belgische stam, maar in België komt de naam wel veel vaker voor.

HOF TER ASSELT

In België komt de naam van HASSEL al eerder voor. Zo b.v. het Hof ter Asselt.

Eén der nakomelingen van Boudewijn van Hasselt uit 1211 was waarschijnlijk Bertelmeeus van der Hasselt. Hij wordt vermeld in het cijnsboek van 1341 van de abdij van Grimbergen onder de naam Johannes Meus de Hasselt. Maar reeds in de XVe eeuw zwermen nakomelingen van deze families Van der Hasselt uit naar omliggende streken.

Een eerste tak vinden we op het Hof ter Speelt of ter Spelt te Merchtem. Dit hof behoorde toe aan het riddergeslacht 'Was'. Zo vinden we een Jan van der Hasselt alias van der Speelt, zoon van wijlen Peeters, welke vernoemd wordt in een schepenbrief uit 1487 van Brussegem. En in 1489 vinden we een akte over "heer Peeter Was, ridder, sone wijlen Amelrijcks" en Willem en Peeter van der Hasselt geheeten van der Speelt, kinderen Peeters...".

Een tweede tak, bijgenaamd de Cock, vestigde zich te Brussel in de XVe eeuw. In 1455 verschijnen voor de schepenen van Brussel, de kinderen van wijlen "Jan van der Hasselt die men heet de Cock". Dit waren Elisabeth, Clara en Gielis. Zij kwamen mede in naam van hun reeds overleden zusters Margriete en Kathelijne. Reeds in 1434 vinden we te Brussel een "Magister Zygetus van der Hasselt filius quondam Sygerl" (Houwaert). Deze tak stierf na enkele generaties uit.

De derde tak was de voornaamste en aanzienlijkste tak. Deze tak was gevestigd op het hof te Cleye op de grens Merchtem-Meuzegem-Brussegem. Omstreeks 1300 vinden we daar in de Cijnsboeken van Grimbergen 1300-1307, reeds een Goossin van der Hasselt. En enkele jaren later vinden we Nicholaus de Hasselt. Het is deze tak die in de XVIe eeuw op het hof te Bollebeek gevestigd is. Zij pachten van de abdij Vorst.

Bij vele families werd de naam Van der Hasselt ingekort naar Verhasselt; een gewoonte in die tijd. Bij enkele zeldzame gevallen verdween de eind -t, waardoor de families Verhassel ontstonden.

Parallel aan de geschiedenis van de hiervoor genoemde families, ontstonden er in diverse andere gemeenten families met een naam die wijst op een gelijkaardige oorsprong: een plaats waar vele hazelaars groeiden. Dit was bijvoorbeeld het geval te Dentergem, Gullegem, Ledegem en Moorslede. Zo vinden we onder meer in 1428 prochie Aersele geheeten ter Hasselt, 1199 Waltero de Hasselt te Kortrijk, 1392 ghesend Willem vander Asselt ii cannen wijns te Kortrijk en 1398 Jan van der Hasselt te Tielt.

Op enkele andere plaatsen in Vlaanderen ontstond dezelfde familienaam. Zo groeide rond het hof Ter Hasselt te Bassevelde een, zei het kleinere, groep met dezelfde familienaam. Dit hof is een voormalig leenhof en heerlijkheid die in 1657 toebehoorde aan jonkheer Jan Van Ladeuse. Hij was gehuwd met jonkvrouw Jacqueline De baenst. In 1648 wordt een zekere G.Bagremijn vermeld als baljuw van Ter Hasselt. Helaas zijn van het originele hof weinig sporen overgebleven, tenzij de staatnamen Hasselstraat en Hazelarenhoek en een hoeve die, op initiatief van de plaatselijke culturele vereniging, de naam "Ter Hasselt" kreeg.

Uitgaande van de Hazelaar als gemeenschappelij kenmerk zijn er de volgende naamvarianten:
Hassel, de Hassel, van Haselt, Vanhassel, Verhasel, Verhaßel, Verhassel, Vanhasselt, Verhasseld, Verhassele, Verhassels, Verhasselt, Verhassent, Verhasser, van Hassel, van Hassele, van Hasselt, de Hasselt, Hassels, Hasselt, van den Hassel, van der Hassel, van der Hasselt, vander Hasselt, Vanderhasselt

(bron: http://home.scarlet.be/ericverhassel/)

Een snelle blik op de landelijke genealogische gegevens leert dat er naast de Waspikse tak nog 4 grote takken zijn in Nederland, die (nog) niet met elkaar zijn verbonden:
- Zundertse tak. De grootste.
- Rosmalense tak. Oudste vermelding van Goijaert Gerardsz van HASSEL, geboren in 1590.
- Zalbommelse tak.
- Zutphense tak. Deze tak (ook: Copes van Hasselt) is een Nederlands, van oorsprong Kleefs geslacht waarvan leden sinds 1663 bestuursfuncties in de Nederlanden vervullen. Zie kader.

De Rotterdamse tak van Hasselt is afkomstig van de Waspikse tak, en is ontstaan toen Michael van Hassel in 1805 in Rotterdam trouwde. Twee van zijn kinderen heten van Hasselt, de derde nog van Hassel.

De familie van Hassel waar we hier verder verslag doen verwierf nogal wat bezittingen o.a. huizen, landerijen en schepen, in Waspik, Grevelduijn en Capelle, in de kerk van Dussen en later ook in Raamsdonk.
Zij behoorden tot de welgestelde families in dit deel van Noord Brabant, dat toen gedeeltelijk tot Holland behoorde.

Bronnen en verwijzingen:

www.wikipedia.nl
http://home.scarlet.be/ericverhassel/

Zutphense tak

Deze stamreeks begint met de omstreeks 1530 geboren Johan van Hasselt, die in 1569 zes-raad te Kleef was en daar in 1599 of 1600 overleed. Zijn achterkleinzoon Johan van Hasselt (1617-1689) werd in 1663 gerichtsman van het Landdrostambt van Zutphen en daarmee de stamvader van het in de Nederlanden gevestigde patriciaatsgeslacht.
In 1709 trouwde sergeant-majoor Jacob van Hasselt (1674-1723) met Ida Geertruida Copes (1681-1722); hun zoon dr. Johan Coenraad Copes van Hasselt (1709-1781) noemde zich Copes van Hasselt en werd de stamvader van de tak Copes van Hasselt.
Een nazaat van de laatste, kolonel Jan Willem Copes van Hasselt (1809-1888) trouwde in 1856 met Abrahamma Louisa Wilhelmina Abbema (1824-1912); hun zoon Jan Frederick Abbema Copes van Hasselt (1860-1936) verkreeg bij Koninklijk Besluit naamswijzging tot Abbema Copes van Hasselt en werd zo de stamvader van de tak Abbema Copes van Hasselt.
Jan Antoni van Hasselt (1815-1890) trouwde in 1845 met Gepke Wilhelmy (1824-1900); een kleinzoon van hen, Ludolf Theodorus Wilhelmy van Hasselt (1883-1962) verkreeg bij KB in 1926 naamswijziging tot Wilhelmy van Hasselt en werd zo de stamvader van de tak Wilhelmy van Hasselt.
De familie werd in 1911 en in 1945 opgenomen in het genealogische naslagwerk Nederland's Patriciaat.